2.2 De SMART-definitie van doelen (SMART-2.2)

Het definiëren van doelen aan de hand van concrete, eenduidige en specifieke criteria wordt doorgaans toegeschreven aan Peter Drucker (1954). Een praktische toepassing van zijn management by objectives is terug te vinden bij Reddin (1970), en Doran (1981) gebruikte als eerste...

2.4 Het model voor Motivational Interviewing (MINT-2.4)

De Motivational Interviewing-methode is ontwikkeld door William Miller (1983), die motivatie definieerde als ‘gereedheid tot verandering’. Uit zijn onderzoek in de psychotherapie bleek weerstand tegen verandering niet zozeer het kenmerk te zijn van een individuele cliënt...

3.1 De Cirkel van Invloed & Cirkel van Betrokkenheid (CICB-3.1)

De bedenker en uitwerker van dit model is Stephen Covey (1989). De kern van zijn mensvisie was onafhankelijkheid. Onafhankelijke mensen zijn effectief, omdat zij handelen vanuit zichzelf en zich niet laten beïnvloeden door wat anderen denken, zeggen of doen...

3.2 De Cirkels van Acht (CVA-3.2)

De Cirkels van Acht danken hun naam aan de vorm waarin dit model meestal wordt getekend: twee cirkels boven elkaar, die samen het cijfer 8 vormen. Het instrument is niet terug te vinden in de internationale coachliteratuur en lijkt een theoretische basis te ontberen...

3.3 Het ALACT-model en het Model voor Kernreflectie (ALACT-3.3)

Het ALACT-model en het Model voor Kernreflectie zijn beide ontwikkeld door Fred Korthagen, om het reflecteren door lerenden te structureren, analoog aan de leercyclus van Kolb (zie hoofdstuk 5). Hij ontwierp het oorspronkelijke ALACT-model met Kessels,,,,

5.1 Het Field-Relational PAIR-model (PAIR-5.1)

De bedenkers van het Field-Relational PAIR-model zijn Sally Denham-Vaughan en Mark Gawlinski (2012). Zij benadrukken het ‘veld van de context’, dat essentieel is bij elke coachvraag. De begeleider richt zich op de totale setting,...

5.2 Het Gewaarwordingsmodel (GWW-5.2)

Het Gewaarwordingsmodel is ontworpen in de jaren negentig aan de SvC School voor Coaching, onder leiding van Marijke Lingsma. In haar boek Aan de slag met teamcoaching (1999) werd dit ‘het interventiemodel’ genoemd...

5.3 De Gouden Driehoek (GDR-5.3)

De Gouden Driehoek is bedacht en uitgewerkt door Marijke Lingsma (1999; 2001), met het doel een structuur te bieden voor de adequate exploratie van de hier-en-nu-situatie, en van de intrinsieke betekenis daarvan voor de ‘daar-en-dan-situatie’...

5.4 Het Model voor Praktijksimulatie (PRSI-5.4)

Praktijksimulatie is een werkvorm waarbij je in het hier-en-nu een casus verbeeldt, in plaats van deze te bespreken. Zo wordt de hier-en-nu-situatie optimaal benut: de daar-en-dan-situatie wordt ter plekke, dus tijdens de coachsessie, ‘levend gemaakt’...

5.5 Het versterken van Signature Presence (SIGP-5.5)

De bedenker van de Signature Presence-benadering – veel minder een ‘model’ dan de andere negentien die in de bijlagen aan bod zijn gekomen – is Mary Beth O’Neill (2011). We eindigen de bespreking van onze werkmodellen hiermee...